Alle soorten van leven in de natuur kent onnoemelijk gelijkwaardige variëteiten; waarom zou dat met mensen anders zijn?
“O MENSENKINDEREN!
Weet gij niet waarom Wij u allen hebben geschapen uit hetzelfde stof? Opdat geen mens zich boven de ander zou verheffen. Overweegt te allen tijde in uw hart hoe gij werd geschapen. Daar Wij u allen hebben geschapen uit één en dezelfde stof, rust op u de plicht gelijk één ziel te zijn, met gelijke voeten te lopen, met gelijke mond te eten en in hetzelfde land te verwijlen, zodat uit uw diepste wezen, door uw daden en gedragingen, de tekenen van eenheid en de kern van onthechting kenbaar worden. Dit is Mijn raad aan u, o schare van licht! Volgt deze raad, dat gij de heilige vruchten van de boom van wondere glorie kunt plukken.”
(Bahá’u’lláh, Verborgen Woorden Arabisch, nr. 68)
Zie ook het artikel: Gedrag