De Bahá'í-leringen benadrukken de eenheid van de grote wereldgodsdiensten.
Bahá'ís geloven dat elke boodschapper over de volgende sprak en dat Bahá'u'lláhs leven en leer de eindtijdbeloften van de voorgaande religies vervullen.
Vrede en begrip ... eenheid ... liefde
"De Bahá'í Leer brengt vrede en begrip. Het komt mij voor als een warme omhelzing, waarin iedereen wordt opgenomen, die al zo lange tijd verlangend heeft uitgezien naar hoopvolle woorden. Ze aanvaardt alle grote Profeten die eraan vooraf gingen, ze doet geen afbreuk aan andere geloofsovertuigingen en laat alle deuren open. Bedroefd gestemd door de onafgebroken strijd onder de leden van velerlei gezindten, en dodelijk vermoeid door hun onverdraagzaamheid jegens elkaar, heb ik in de Bahá'í Leer de ware geest van Christus gevonden, die zo dikwijls verloochend en niet begrepen is: eenheid in plaats van strijd, hoop in plaats van veroordeling, liefde in plaats van haat en een grote geruststelling voor alle mensen."
'Abdu'l-Baha, Toespraken in Parijs, p. 10
Overal zag ik hen God aanbidden ...
"Allen moeten hun vooroordelen prijsgeven en moeten elkaars kerken en moskeeën bezoeken, want in al deze plaatsen wordt Gods Naam genoemd. Daar allen samenkomen om God te aanbidden, wat is dan het verschil? .... De Moslims moeten naar de kerken van de Christenen en de synagogen van de Joden gaan en omgekeerd moeten de anderen de moskeeën van de Moslims bezoeken .... Ik ging in Amerika naar joodse synagogen en christelijke kerken en overal zag ik hen God aanbidden."
'Abdu'l-Bahá in 'Star of the West', deel IX, no. 3, blz. 37
Eén en dezelfde religie
De religie van God is één en dezelfde religie die door alle Profeten is onderwezen. Zij is echter levend en groeit.
Voor velen is het verschil in de openbaringen van de verschillende Profeten een groot struikelblok op de weg naar eenheid van godsdienst. Wat door de ene Profeet is voorgeschreven, wordt door de andere verboden.
Iedere goddelijke openbaring bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel is de kern en behoort tot de onsterfelijke wereld. Het betreft de ontvouwing van de goddelijke waarheden en essentiële grondbeginselen. Het is voor de mens de uitdrukking van Gods liefde. Het is in alle godsdiensten hetzelfde, onveranderlijk en eeuwig.
Het tweede deel is vergankelijk, het betreft het praktische leven, overeenkomsten en zaken, en verandert naar gelang van de evolutie van de mens en de vereisten van de tijd waarin iedere Profeet is gekomen. Daarom is iedere Openbaring is de vervulling van de voorgaande; ze kunnen niet los van elkaar worden gezien.
Dit proces van elkaar opvolgende religies wordt ook wel progressieve of voortschrijdende openbaring genoemd. Wij kennen de Openbaringen van Mozes, Jezus Christus en Mohammed, die allen uit Adam zijn voortgekomen. Zo zijn er ook de Openbaringen van Krishna en Boeddha in de Aziatische wereld.
Eenheid
Onze wereld heeft het donkere hart betreden van een tijdperk van fundamentele veranderingen die alles uit heel haar tumultueuze geschiedenis te boven gaat. Haar volkeren, van welk ras, land of welke godsdienst dan ook, worden uitgedaagd elke mindere loyaliteit en beperkingen opleggende identiteit ondergeschikt te maken aan hun eenheid als burgers van een enkel planetair vaderland. In de woorden van Bahá'u'lláh: "Het welzijn der mensheid, haar vrede en veiligheid zijn onbereikbaar, tenzij haar eenheid blijvend tot stand is gebracht."
Baha'u'llah, De Kitab-i-Aqdas
Kees P.
2006