Wereldgemeenschap

De bahá'í-religie onderscheidt zich door haar plan voor een wereldgemeenschap en een wereldcultuur.

Haar regels zijn goddelijk van aard omdat ze in door Bahá'u'lláh zelf geopenbaarde geschriften gegeven zijn en ze het de mensen makkelijk maken om er in mee te werken.

Gebeden

"Bidden", zegt 'Abdu'l-Bahá, "is met God spreken... Wij moeten in geestelijke taal spreken, want er is een taal van de geest en van het hart. Deze verschilt evenzeer van onze gewone taal als de laatste verschilt van die der dieren, die uit kreten en klanken bestaat. Het is de taal van de geest, waarin wij tot God spreken. Als wij van alle uiterlijke dingen bevrijd ons in gebed tot God wenden, is het alsof wij in ons hart Gods stem horen. Wij spreken zonder woorden, en staan in verbinding met God, wij spreken met God en horen het antwoord..."
Bahá'u'lláh en het Nieuwe Tijdperk, Esslemont, blz. 95.

Bahá'u'lláh, de Manifestatie van God en Stichter van het Bahá'í geloof, zegt in het voorwoord van het Bahá'í gebedenboek:
"Zing, o Mijn dienaar, de verzen Gods welke gij hebt ontvangen, gelijk door hen aangeheven die Hem nabij zijn, opdat de zoetheid van uw melodie uw eigen ziel mag doen ontbranden en het hart aller mensen aantrekken.
De rondwarende engelen van de Almachtige zullen alom de geur verspreiden van de woorden, geuit door al wie zo in de stilte van zijn kamer de door God geopenbaarde verzen zegt, en zullen het hart van ieder rechtvaardig mens doen kloppen. Ofschoon deze uitwerking hem eerst onbewust mag blijven, zal de kracht van de hem geschonken genade vroeg of laat haar invloed op zijn ziel doen gelden. Aldus zijn de geheimen der Openbaring Gods krachtens de wil van Hem, Die de bron is van macht en wijsheid, vastgesteld."

Gebed voor Eenheid

"O Gij, liefderijk Heer! Gij hebt de gehele mensheid geschapen uit dezelfde ouders. Gij hebt beschikt dat allen tot dezelfde familie behoren. Voor Uw heilig Aanschijn zijn allen Uw dienaren en de gehele mensheid wordt door Uw Tabernakel beschermd; allen zijn verzameld rond Uw tafel van overvloed en allen worden verlicht door het licht van Uw voorzienigheid.

O God! Gij zijt vriendelijk voor allen, Gij zorgt voor allen. Gij beschermt allen. Gij verleent leven aan allen. Gij hebt allen met talenten en mogelijkheden begiftigd; allen zijn gedompeld in de oceaan van Uw genade.

O Gij, liefderijk Heer! Verenig allen. Laat de godsdiensten eensgezind zijn; maak de volkeren één, zodat zij elkaar als één familie zullen beschouwen en de gehele aarde als één thuis. Mogen zij in eenheid en eendracht met elkaar omgaan.

O God! Hef hoog het vaandel van de eenheid der mensheid.

O God! Sticht de Allergrootste Vrede. Smeed de harten aaneen, O God!

O Gij, liefderijk Vader, God! Verblijd ons hart met de geur van Uw liefde. Verhelder onze ogen met de melodie van Uw Woord en beschut ons allen in de vesting van Uw voorzienigheid.

Gij zijt de Machtige en de Krachtige! Gij zijt de Vergevende en Degeen Die de tekortkomingen der gehele mensheid niet telt."

'Abdu'l-Bahá, Bahá'í Gebeden, Stg. Bahá'í Literatuur,
Den Haag, 1988, 4e herziene druk, nr. 22

Kees P.
2004

Lees hier meer Bahá'í Gebeden uit het gebedenboek