Wereldgemeenschap

De bahá'í-religie onderscheidt zich door haar plan voor een wereldgemeenschap en een wereldcultuur.

Haar regels zijn goddelijk van aard omdat ze in door Bahá'u'lláh zelf geopenbaarde geschriften gegeven zijn en ze het de mensen makkelijk maken om er in mee te werken.

Ontwikkelingsmodel

Ontwikkelingsmodel voor de 21e eeuw

1
De Wereldtop voor sociale ontwikkeling getuigt van het falen van ons huidige ontwikkelingsmodel om te voorzien in de veiligheid en het welzijn van de volkeren en naties van zowel het Noorden als het Zuiden. De kern van dit failliete model ligt in een intens materialistische kijk op het doel en de fundamentele aard van mens en maatschappij.

2
Het voorzien in materiële behoeften; het verschaffen van onderwijs aan iedereen; het instellen van democratische structuren en wetgevingen op elk niveau van onze wereldgemeenschap om economische en sociale rechtvaardigheid te bevorderen - dit zijn allemaal essentiële elementen voor een universeel ontwikkelingsmodel voor de 21e eeuw, maar het is niet voldoende.

3
Totdat zowel de materiële als de geestelijke noden en aspiraties van de mensen erkend zullen worden, zullen de inspan 2  ningen voor ontwikkeling grotendeels blijven falen. Geluk, veiligheid en welzijn voor de mens, sociale verbondenheid en economische rechtvaardigheid, zijn niet slechts de bijprodukten van materieel succes. Integendeel, zij komen voort uit een complex en dynamisch samenspel tussen de bevrediging van de materiële en sociale behoeften die de mens heeft en zijn geestelijke vervulling.

4
Door materiële vooruitgang te koppelen aan geestelijke aspiraties, door een beroep te doen op die universele waarden waardoor mensen in staat gesteld worden om boven hun beperkte eigenbelang uit te stijgen, kunnen op de hele wereld de mensen in staat gesteld worden om hoogstaande idealen en principes om te zetten in constructieve, duurzame acties voor hun eigen welzijn en voor de verbetering van hun gemeenschappen.

5
Een ontwikkelingsmodel dat wereldwijde welvaart tracht te bevorderen moet daarom rekening houden met zowel de geestelijke als de materiële aard van de mens en de maatschappij, en moet tegelijkertijd ingaan op de toenemende onderlinge afhankelijkheid van de volkeren en naties. De Bahá'í geschriften kondigen de opkomst van een nieuw ontwikkelingsmodel aan, naarmate de gebieden van de wereld "zich verenigen om elkaar het ontbrekende te verschaffen". "De 3  ze verbintenis zal", is ons verzekerd, "een ware beschaving brengen, waarin het geestelijke tot uitdrukking komt en uitgevoerd wordt in het materiële."

6
Bahá'í International Community is van mening dat de Verklaring en het Actieprogramma een belangrijke bijdrage kunnen zijn aan ware sociale ontwikkeling voor de 21e eeuw indien zij zowel de materiële als de geestelijke behoeften en verlangens van de mensen op aarde aanspreken.

(Internationale Baha'i-Gemeenschap, Ontwikkelingsmodel voor de 21ste Eeuw)
© 1994, 1998 Bureau Voorlichting van de Nederlandse Bahá'í-gemeenschap

Bahá'í International Community (BIC) is de naam waaronder de Internationale Bahá'í-Gemeenschap bekend is bij de Verenigde Naties en andere internationale fora. De betrokkenheid stamt al uit de tijd van de voorbereiding voor de oprichting van het Internationaal Gerechtshof in het begin van deze eeuw, toen 'Abdu'l-Bahá op verzoek van de organisatie in een brief zijn adviezen gaf.

In 1945 waren baha'i-vertegenwoordigers aanwezig op de historische conferentie te San Francisco waar de Verenigde Naties werd opgericht. In maart 1948 werd Bahá'í International Community door het Departement Voorlichting van de VN voor het eerst geregistreerd als internationale 'non-governmental organisation' (NGO).
In 1970 werd de Bahá'í International Community de consultatieve status, categorie II toegekend bij de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) van de VN. In 1976 volgde de consultatieve status bij het VN-kinderfonds (UNICEF) en in 1989 het samenwerkingsverband met de wereldgezondheidsraad (WHO).
In 1985 richtte de Bahá'í International Community haar Bureau Voorlichting op, in 1989 het Bureau voor het Milieu en in 1992 het Bureau voor de Vooruitgang van de Vrouw.

De Bahá'í International Community is betrokken bij een breed scala van projecten en kwesties van de VN, inclusief de verbetering van de positie van de vrouw, sociale en economische ontwikkeling, milieu, mensenrechten en vrede. Bahá'í-gemeenschappen hebben ruime ervaring met het aanmoedigen van algemene deelname, bevorderen van de rol van vrouwen bij processen van besluitvorming en het voorkomen van drugmisbruik. Duurzame ontwikkeling, zorg voor de bescherming van minderheidsgroepen, pogingen om racisme uit te bannen en opvoeding in mensenrechten behoren ook tot de activiteiten waarmee baha'i-gemeenschappen zich bezighouden.