De Bahá'í-leringen benadrukken de eenheid van de grote wereldgodsdiensten.
Bahá'ís geloven dat elke boodschapper over de volgende sprak en dat Bahá'u'lláhs leven en leer de eindtijdbeloften van de voorgaande religies vervullen.
De Bahá'í-jaar is een zonnejaar en begint op 21 maart. De Bahá'í kalender bestaat uit 19 maanden van elk 19 dagen. Met schrikkeldagen wordt het Bahá'í jaar aan het zonnejaar aangepast. Het getal 19 is van bijzondere betekenis in het Bahá'í-geloof en is tevens een priemgetal.
Waarom nu weer een andere kalender?
Om de eenheid van de mensheid te verwezenlijken en wereldvrede te bereiken is het van groot belang dat wij over een neutrale kalender beschikken. De Bahá'í kalender herinnert niet aan de christelijke kalender, niet aan de joodse, niet aan de islamitische kalender, niet aan de chinese, niet aan die van de hindoes of de maya's. Hij is ook niet synoniem aan het communisme, het kapitalisme, het socialisme, of welke -ismen dan ook. De Bahá'í kalender is voor iedereen aanvaardbaar, want er kleeft geen enkele historische relatie aan. De namen van de maanden zijn ook neutraal, want ze bestaan uit enkele van de hoedanigheden van God.
Overzicht van de Bahá'í-maanden:
Eerste dag Naam van de maand Betekenis
21 maart - Bahá - Pracht
9 april Jalál Heerlijkheid
28 april Jamál Schoonheid
17 mei 'Azamát Grootheid
5 juni Núr Licht
24 juni Rahmat Genade
13 juli Kalimát Woorden
1 augustus Kamál Volmaaktheid
20 augustus Asmá' Namen
8 september 'Izzat Macht
27 september Mashíyyat Wil
16 oktober 'Ilm Kennis
4 november Qudrat Kracht
23 november Qawl Spraak
12 december Masá'il Vragen
31 december Sharaf Eer
19 januari Sultán Soevereiniteit
7 februari Mulk Heerschappij
2 maart 'Alá' Verhevenheid
Bahá'í heilige dagen
21 maart; het nieuwjaarsfeest Naw-Ruz, het Bahá'í nieuwjaar. Het valt samen met de eerste lentedag.
21 april; het feest van Ridvan (de eerste dag).
29 april; de negende dag van Ridvan.
2 mei; de twaalfde dag van Ridvan. Het woord 'Ridvan' betekent 'paradijs'. Twaalf dagen lang, van 21 april tot en met 2 mei, herdenken de bahá'ís deze periode in 1863, toen Bahá'u'lláh, de Profeet en Stichter van het Bahá'í-geloof, in een tuin in Baghdad verbleef, welke Hij 'de Tuin van Ridvan' heeft genoemd. Tijdens dit verblijf verkondigde Bahá'u'lláh Zijn zending als de Boodschapper van God voor deze tijd.
23 mei; de dag van de verkondiging van de Báb. 23 mei 1844 kenmerkt het ontstaan van het Bahá'í-geloof in Shiráz, Irán. De Báb, wat 'Poort' betekent, verkondigde op die datum dat Hij niet alleen de Stichter van een onafhankelijke religie was, maar tevens de Heraut van een andere, grotere Profeet of Boodschapper van God, Die een tijdperk van vrede voor de gehele mensheid zou inluiden (Bahá'u'lláh).
29 mei; de sterfdag (hemelvaart) van Bahá'u'lláh. Bahá'u'lláh, Profeet en Stichter van het Bahá'í-geloof, overleed in 1892 in 'Akká, Israël (destijds Palestina).
9 juli; herdenking van de marteldood van de Báb. Op 9 juli herdenken de bahá'ís de executie van de Báb, Profeet en Heraut van het Bahá'í-geloof, op die datum in Tabriz, Irán, in 1850.
20 oktober; geboortedag van de Báb. Bahá'ís herdenken de geboorte van de Báb (de "Poort") de Profeet en Heraut van het Bahá'í-geloof. De Báb werd in 1819 geboren.
12 november; de geboortedag van Bahá'u'lláh. Bahá'ís herdenken de geboorte van Bahá'u'lláh, the Profeet en Stichter van het Bahá'í-geloof. Bahá'u'lláh werd in 1817 geboren.
28 november; de sterfdag (hemelvaart) van 'Abdul'Báha. Bahá'ís herdenken het heengaan van 'Abdul'Báha, zoon van de Profeet en Stichter van het Bahá'í-geloof. Hij overleed in Haïfa, Israël (destijds Palestina), in 1921.
Bijzondere dagen
25 februari - 1 maart; 'Ayyam-i-Há (schrikkeldagen). Met deze schrikkeldagen wordt het Bahá'í jaar aan het zonnejaar aangepast. Ze worden gebruikt voor gastvrijheid, het geven van geschenken, bijzondere liefdadigheid en als voorbereiding voor de Bahá'í vastentijd.
2 maart - 20 maart; vastentijd. Bahá'ís vasten 19 dagen van zonsopgang tot zonsondergang, en reserveren tijd voor gebed en meditatie. Kinderen beneden 15 jaar, zieken, reizigers, ouderen, zwangere vrouwen en voedende moeders zijn van de vasten vrijgesteld.